In 2013 werden de Vrienden MPM|PK door het museum gevraagd te helpen bij de restauratie van de atlassen (3 volumes) van Mercator, gecatalogeerd onder B 54: Atlas novus, sive: Descriptio geographica totius orbis terrarum, tabulis aeneis luculentissimis & accuratissimis exornata, tribus tomis distinctus / Mercator, Gerard; Hondius, Jodocus. – Amstelodami: apud Henricum Hondium & Joannem Janssonium, 1638. – 3 v., krt., 2°;
De atlassen waren in zeer slechte staat.
Er werden verschillende restaurateurs aangesproken die een gemotiveerde offerte aanboden. De keuze viel op Martine Eeckhout.
Frans Van den Brande wist het bedrijf Evonik (vroeger Degussa) warm te maken om volume 2 te sponsoren. Er werd ook naar andere sponsors gezocht voor volume 1 en 2. Tevergeefs.
Het bestuur van de Vrienden MPM|PK besloot dan maar om de twee andere volumes zelf te bekostigen.
Het resultaat kon worden getoond op de Bring a friend van 10 mei 2015 waar Martine Eeckhout een boeiende voordracht gaf over het gepresteerde werk.
Zij bezorgde ook de volgende tekst en foto’s.
De Atlas Novus van het Museum Plantin-Moretus is de Latijnse uitgave van 1638 uitgegeven door Johannes Janssonius en Henricus Hondius en bevat kaarten zowel van Mercator als van Ortelius, Hondius en van Johannes Janssonius.
In totaal meer dan drie honderd uitklapbare niet ingekleurde kaarten.
De atlas werd in drie volle perkamenten banden, met omgezette randen over de frontsnede, ingebonden en goudbestempeld op platten en rug.
Het veelvuldig raadplegen, waardoor schade aan het papier is ontstaan, en de invloed van luchtvervuiling op de perkamenten rug maakten een restauratie dringend nodig.
De kaarten en uitklapbare kaarten vertoonden zeer veel valse plooien, ezelsoren en kleine ontbrekende stukken of lacunes.
Perkament is een zeer sterk materiaal wanneer het in optimale omstandigheden bewaard wordt; in tegenstelling tot leder niet zuur maar wel zeer hygroscopisch en heeft daarom veel te lijden van te droge lucht en luchtvervuiling door o.a. verwarming en uitlaatgassen. De delen van de banden aan lucht blootgesteld zullen hun soepelheid volledig verliezen en zo hard als gips worden of “vergipsen”. In tegenstelling zal te veel vocht en warmte het gelatinerenvan het perkament veroorzaken. Dit verklaart waarom vooral de ruggen van de banden in slechte staat waren.
Het perkament van de ruggen was zo hard geworden dat het als glas brak bij elke manipulatie en er bij het raadplegen gevaar was stukken perkament te verliezen.
Vooral band III was in zeer slechte staat met grote ontbrekende stukken en scheuren.
Zowel band als boekblok werden zorgvuldig droog gereinigd. De valse plooien en ezelsoren werden gevlakt, de scheuren hersteld en de ontbrekende stukken ingestukt met aangepast Japans papier en omkeerbare lijmen.
Band en boekblok werden gedeeltelijk van elkaar gescheiden. Zo kon het perkament van de rug door een langzame en gecontroleerde bevochtiging versoepeld worden, met perkament ingestukt en met darmleer verstevigd.
De rug van het boekblok werd met overlijmstroken van heel fijn linnen (aerolinnen) verstevigd en deze zorgen er voor dat het boekblok opnieuw stevig aan de band bevestigd kon worden.
Voor een optimale bewaring werd voor elk deel een boekschoen, met steunzool voor het boekblok, op maat vervaardigd. Dit vergemakkelijkt het uitnemen van de banden uit de kasten, voorkomt het schuiven en schuren tegen naastliggende banden en ondersteunt het zware boekblok.
Alhoewel de banden gerestaureerd werden, blijven ze heel fragiel en moeten steeds met de nodige voorzorgen uit de rekken gehaald worden (nooit aan een kapje trekken) en op boekenkussens geraadpleegd worden. Dit geldt in feite voor alle boeken en zeker voor oude en kostbare banden.