Dirk Imhof en de Polyglotbijbel

Op dinsdag 22 september kwamen 26 Vrienden MPMPK luisteren naar Dirk Imhof die de wording van de Biblia polyglotta toelichtte.

De aanwezigen volgden vol spanning zijn uiteenzetting die eerdere aannames met vraagtekens overlaadde. Dirk voerde als een goede rechercheur bewijzen aan uit rekeningen en brieven van Christoffel Plantijn.

Hieronder een samenvatting van zijn relaas.

Het maken van de Biblia regia of Polyglotbijbel van Christoffel Plantijn is een fascinerend verhaal waarbij blijkt dat Plantijn soms de zaken naar zijn hand zette.

Het voorbeeld: De Bijbel van Alcala
Plantijn had zich voorgenomen de Bijbel van Alcala opnieuw uit te geven. Deze bijbel in zes delen en vier talen (Latijn, Grieks, Hebreeuws en Aramees) werd in 1514-1517 opgesteld door kardinaal Ximenes.
De bijbel van Antwerpen zou een bijbel in 5 talen worden: Latijn, Grieks, Hebreeuws, Chaldeeuws en Syriak. Sommige delen zijn alleen in het Latijn, sommige in Grieks-Latijn, sommige in Hebreeuws-Latijn.
De bijbel die Plantijn uiteindelijk zou afwerken werd echter veel omvangrijker dan hij gepland had door het enthousiasme van Benedictus Arias Montanus, de kapelaan van Filips II, die de werken in goede banen moest leiden en daarbij ook voor de subsidies van Filips II zorgde.

Uit de rekeningen van Plantijn
Volgens de rekeningen, bewaard in MPM, begonnen de eerste betalingen voor het maken van de bijbel in de zomer van 1568, de laatste dateren uit 1573. Uit deze rekeningen kunnen we afleiden wie er wat drukte, grotendeels dan toch, want niet alles werd even nauwkeurig genoteerd.

Biblia Sacra 1Deel 1
Kort na de aankomst in 1568 van Benedictus Arias Montanus werd begonnen met het drukken van het eerste deel. De eerste 15 katernen werden reeds aan Montanus bezorgd in oktober van datzelfde jaar.
Er werden 805 exemplaren gedrukt op ‘papier de Troye’, 159 op ‘papier fin au grand raysin’, dus 964 exemplaren in totaal.
Dit is vreemd omdat Plantijn zelf in 1572 schreef dat hij 1200 exemplaren had gedrukt.


Deel 2 en 3

Het drukken van het tweede deel begon direct na het eerste. De laatste rekening hiervoor werd in februari 1570 genoteerd. Het derde deel werd nagenoeg datzelfde jaar afgewerkt.

Deel 7, de Biblia Pagnini
Terwijl het drukken van het derde deel aan de gang was, werd op een andere pers begonnen aan het zevende deel, gekend als de Biblia Pagnini. Deze bevatte de vertaling van het Oude Testament in het Hebreeuws in 1528 gemaakt door de Italiaanse dominicaan Sante Pagnini. De Latijnse tekst werd woord per woord tussen de regels van de Hebreeuwse aangebracht. Dit was een heksentoer: Hebreeuws wordt van rechts naar links gelezen, Latijn van, links naar rechts.
In hetzelfde deel werd de Griekse tekst van het Nieuwe Testament opgenomen. Ook hier werd een Latijnse vertaling -gemaakt door Arias Montanus zelf- tussen de regels gedrukt.

Dit zevende deel was het moeilijkste om te zetten. Terwijl de andere volumes 7 tot 8 maanden in beslag namen, duurde het zetten van het zevende deel alles bij elkaar zo’n
2 jaar. Het was eerst klaar in 1572.

Deel 4 en 5
Ondertussen werd volume 4 (Prophetae posteriores) en volume 5 (het Nieuwe Testament) afgewerkt in 1571.

Deel 6 en 8
De twee delen van het Apparatus moesten nog worden gedrukt.
Het eerste deel daarvan, volume 6 van de Biblia polyglotta, bevatte de woordenboeken en grammatica’s van het Hebreeuws, Chaldeeuws, Syriac en Grieks. Dit deel was klaar in 1572.
Ook deel twee van het Apparatus werd beëindigd in maart 1572.
Op 9 juni 1572 deelde Christoffel Plantijn aan Benedictus Arias Montanus in Rome mee: ‘Geloofd zij God, we hebben alles afgehandeld wat tot de Koninklijke Bijbel behoort’.

Plantijn stelde de zaken echter iets rooskleuriger voor dan ze in werkelijkheid waren.
Een jaar later werden de teksten van het zesde en achtste deel van de Biblia polyglotta opnieuw gedrukt. Plantijn schreef naar Montanus dat hij wegens geldgebrek slechts 600 exemplaren had weten te drukken. Misschien was er een probleem met niet goedgekeurde woorden door Rome in het het Chaldeeuws en het Syriac.

Onzekerheid over de gedrukte aantallen
Ook hier is er weer onzekerheid over de 1200 exemplaren die Plantijn vooropstelde.
Volgens de rekeningen werden er 800 exemplaren gedrukt van het Lexicon Pagnini terwijl er 1500 kopieën werden gedrukt van de Index Biblorum van Harlemius. Er werden nog meerdere exemplaren gedrukt van de Biblia Pagnini, die Plantijn afzonderlijk verkocht. Plantijn vertelde dus niet de volledige waarheid over het aantal gedrukte exemplaren, waarvoor Filips II moest betalen.

Drukte Plantijn nog andere werken tijdens de jaren 1568-1572, de jaren van de Biblia regia?
Het drukken van de Polyglotbijbel nam verschillende jaren in beslag. Plantijn drukte niet continu aan de polyglotbijbel. Het drukken van de Biblia regia werd dikwijls onderbroken en het drukken van andere werken verminderde nauwelijks daarbij. Als we naar de uitgaven kijken, zien we dat Plantijn in die jaren ook o.a. botanische werken drukte van Rembert Dodoens en linguïstische werken van Joannes Goropius Becanus. Hij was bovendien de enige drukker die het Breviarum Romanum en het Missale Romanum voor de Nederlanden mocht drukken. Rond dezelfde tijd had hij ook grote contracten bekomen voor het drukken van liturgische edities voor de Spaanse markt.
Niet verwonderlijk dus dat hij overweldigd werd door het werk.
‘Een drukkerij is een monster dat zijn meester verslindt samen met iedereen die erbij betrokken is,’ schrijft Plantijn aan De Zayas op 22 november 1572.

Uitbreiding van de Officina Plantiniana
Om dit aan te kunnen kocht Plantijn verschillende persen aan. In 1564 bezat hij er 4, in 1568, wanneer het werk aan de bijbel begon, 8. Dit liep op tot 16 in 1574. De aankoop van persen was niet zo erg duur en was bovendien maar eenmalig.
Zetters en drukkers aanstellen die de persen bedienden was een veel grotere kost. Een grote moeilijkheid daarbij was het houden van goede gezellen. Sommigen gingen weg, bleven weg of kwamen terug. Dit maakte het moeilijk voor Plantijn om zijn bedrijf goed te organiseren. Hij moest soms zijn toevlucht nemen naar externe drukkers.

Beschikten de zetters en drukkers die aan de Biblia regia werkten over speciale gaven?
Plantijn beweerde zelf in een brief aan De Zayas dat hij zijn zetters en drukkers geoefend had om te werken met Hebreeuwse, Chaldeeuwse en Griekse teksten. Maar waarschijnlijk wou hij hiermee indruk op maken op De Zayas, want de gezellen die voor vorige werken aan zo’n soort teksten werkten werden niet ingeschakeld bij het zetten van de teksten van de Biblia regia.

IMG_2300 IMG_2298
Nadat Dirk Imhof zijn verhaal had afgerond vonden de aanwezigen het heel leuk dat ze delen van de authentieke Biblia regia en het rekeningboek konden bekijken en ontspon zich een levendige discussie.

De Biblia regia of Biblia polyglotta is elektronisch beschikbaar via
Biblia sacra Hebraice, Chaldaice, Graece, & Latine
Arias Montanus, Benedictus
Antverpiae, [1568] – [1573]
MPM – EHC