Een mysterieus voorwerp. Wat is het?


Iris Kockelbergh, directeur van het Museum Plantin-Moretus|Prentenkabinet antwoordt:

Het is om verschillende redenen een uitzonderlijke voorwerp.Ten eerste gaat het over een voorwerp dat tot de levenssfeer van Balthasar Moretus behoorde. Ten tweede is het voorwerp geschonken door rechtstreekse nazaten van Edward Moretus, het stuk is met andere woorden steeds in familiebezit gebleven en werd ook nog gebruikt. Ten derde wat het object uiterst boeiend maakt – en dit niet alleen voor het museum – is dat we eigenlijk niet weten wat het precies was of waartoe het diende.

Het voorwerp ziet er wat uit als een rijkelijk versierde cricketbat. Aan de overgang tussen het dikke platte deel en het smalle lange handvat zitten tinnen belletjes. Bovenaan het handvat zijn linten bevestigd die zijn redelijk recent, maar het is niet ondenkbeeldig dat het oorspronkelijk ook zo bedoeld was. Het platte gedeelte is in de dikte van het hout en over de gehele lengte vier maal ingesneden, zodat wanneer je op het hout zou slaan er een klepperend geluid te horen is. Verder staat er de volgende schildering op:

  • De ster, de tekst Stella Duce en het initiaal van Balthasar Moretus zoals we ze kennen van de balksloefen in de zalen
  • Het impressum van de drukkerij vastgehouden door een wildeman en vrouw
  • Een banderolle met het woord prins
  • Een schildje met de letters LCM en een banderolle met de tekst: Tegen god geen geweld geflankeerd door de datum 1638
  • Tot slot helemaal onderaan een soort van schild met verticale strepen.

De tekst ‘Tegen god geen geweld’ vindt aansluiting bij wat bijvoorbeeld in de rederijkerskamers in de 16de– 17de eeuw gebezigd werd als motto. Het woord prins duidt op een gebruik in een vereniging met een maatschappelijke rol. Maar we vinden voorlopig in museale of heemkundige collecties geen gelijke voor dit voorwerp. De zorgvuldig uitgevoerde schilderingen wijzen er op dat dit toch een belangrijk voorwerp was.

We hebben twee hypothesen voor u:
Mogelijk houdt het voorwerp verband met de Antwerpse rederijkerskamer “de Olijftak”, die nauw verweven was met de Sint-Lucasgilde van de kunstenaars en waartoe ook de drukkers lange tijd behoorden. Balthasar (I?) Moretus was tot prins van deze rederijkerskamer verkozen in september 1637. Gaf hij misschien als prins in de loop van het jaar 1638 aan een bevriend gildelid de opdracht om een ceremoniële staf vervaardigen voor een spel dat onder zijn regie werd opgevoerd in de loop van 1638? Misschien. Volgt u trouwens wel eens de facebookpagina van het museum? Als u dat nog niet doet, moet u zeker eens gaan kijken. Er komen leuke dingen op, zoals een ordonnantie met een waarschuwing tegen metaaldieven, een kwestie die nog steeds heel actueel is. Hoe dan ook, op 10 november 2011 plaatste onze collega Kristof Selleslach volgende vinding uit onze collectie op facebook: Een liedje waarboven volgende tekst staat: ‘Het Liedeken dat men singht, als men jemant Vrij maeckt, ende die Brit is slaende, noemende een, twee, oft drij, naer datter Vrij ghemaeckt worden‘ Het liedje heeft te maken met de Kapel.

Na het aflopen van de proeftijd van 1 jaar en 6 weken, werden de nieuwe drukkers en letterzetters vrijgemaakt in een verplichte doopceremonie. De vrijgemaakte gezellen werden vanaf dat ogenblik opgenomen in de werknemersorganisatie van de Plantijnse drukkerij genaamd de Kapel. Elk jaar verkozen de vrije gezellen onder de collega’s een prins aan het hoofd van de Kapel.Tijdens de doopceremonie vloeide het bier overvloedig op kosten van de nieuwkomers. Onder het zingen van het dooplied sloegen de dooppeters de nieuwe gezellen met de brits (= zweep), en goten water over hen uit:

[…] 1. Een nieuw Liedt soo heffen wy aen, Wy willen hier een de Brits gaen slaen, […] 2. Hier gieten die Peters water ende gheven den Naem. […]

Is het mysterieuze object misschien de ceremoniële brits van de prins van de Kapel waarmee hij de vrijmakingsceremonie leidde?

We nodigen U uit uw eigen hypothese te formuleren.