Iets meedelen aan de Vrienden MPMPK?
Iets vragen? Antwoorden? Reageren?

Klik hier om een e-mail te sturen.
De auteurs zijn verantwoordelijk voor wat ze inzonden.

Denken door Maken

Piloottraject Denken door maken

In het Museum Plantin-Moretus kunnen mensen in een hersteltraject hun onderbewuste inzichten drukken in een boekje, dat ze zelf hebben gemaakt.

In een notendop
Het Museum Plantin-Moretus is een open en gastvrij huis in het midden van Antwerpen. De grandeur van het stadspaleis, de uitzonderlijke verhalen en de groene binnenplaats vormen een inspirerend kader om mensen te helpen tijdens hun psychisch herstelproces.

Met het concept van het piloottraject Kleine documenten, grote verhalen in het Letterenhuis als vertrekpunt, ontwikkelde Museum Plantin-Moretus samen met FARO en ondersteund door de HerstelAcademie SaRAen Iedereen Leest, een reeks van zes sessies. Die worden telkens op een vaste dag in de week georganiseerd in het Museum Plantin-Moretus.

meer | minder lezen
De cliënten van de HerstelAcademie SaRA starten de sessiereeks met de methodiek van intuïtief schrijven. Daarbij zoeken ze een inspirerende plek, in het museum of op een groene plek in de stad, waar ze geïnspireerd door de omgeving volledig vanuit hun gevoel neerschrijven wat in hen opkomt. Uit de inzichten en waarden die ze op papier hebben gezet halen ze enkele kernwoorden en -zinnen. In het atelier van Plantin-Moretus zullen ze die woorden en zinnen zelf zetten in drukletters en drukken in een boekje. Een object van waarde.

Mensen een stem geven
Het maken van het boekje geeft rust en zet mensen aan tot denken. Onze mosterd hiervoor halen we uit het werk dat Claire Wellesley-Smith, een kunstenares en onderzoekster uit West Yorkshire, doet met gemeenschappen in het noorden van Engeland. In haar publicaties staan heel wat inzichten over de relatie tussen maken en denken, verklaren, begrijpen en kijken met handen. Daaruit blijkt dat het een stem geeft aan mensen die anders nooit worden bereikt. Net zoals in de andere piloottrajecten trachten we ook nu bewijs te verzamelen dat deze activiteiten een positieve impact hebben op het welzijn van de deelnemers. Hiervoor verzamelen we op drie momenten tijdens de sessiereeks kwalitatieve gegevens bij de deelnemers. Die gegevens ‘kwantificeren’ we door middel van referentielijsten. Dit piloottraject wordt eveneens opgenomen in het Actieplan Leesbevordering, dat werd samengesteld door het BoekenOverleg en wordt gecoördineerd door Iedereen Leest. Het tekent de krijtlijnen voor een beleidsdomeinoverschrijdend leesbevorderingsbeleid voor de komende jaren.
Dit traject kadert in een reeks piloottrajecten van FARO rond erfgoedcollecties, gezondheid en welzijn.

Partners
Odette Peterink, Petra Everaert en An Debbaut (Museum Plantin-Moretus), Bart De Nil (FARO), Sylvie Dhaene (Iedereen Leest), Simon Bequoye (Iedereen Leest), Alexander Vander Stichele (FARO) en Tom Vansteenkiste (vzw De Link / Herstelacademie SaRA)

Foto: (c) Museum Plantin Moretus, Ans Brys

BART DE NIL Adviseur participatie | welzijn Sectorcoördinator archieven bart.denil@faro.be
T 02 213 10 87

‘Polyglot’ van Plantin gaat voor 552.000 euro onder de hamer

Christie’s in Londen veilde woensdag een 11-delige Biblia Polyglotta op perkament van Plantin voor 552.000 euro. De koper van dit meesterwerk van de 16de-eeuwse Antwerpse drukker wil anoniem blijven. De kans dat het werk terug naar Antwerpen komt, lijkt klein.

De anonimiteit van de koper lijkt niet echt goed nieuws voor het Antwerpse Plantin-Moretus Museum.

 

Het Museum Plantin-Moretus ontvangt de ‘Ultima roerend erfgoed’ voor het volledig vernieuwde Museum Plantin-Moretus

Dinsdag 27 februari 2018
In Museum Plantin-Moretus in Antwerpen wordt het verhaal verteld en getoond over de kracht van het gedrukte woord. In 2016 kreeg het museum een grondige opknapbeurt met een nieuw depot, een nieuwe leeszaal en een nieuwe scenografie. Deze inspanning wordt nu gehonoreerd met de ‘Ultima roerend erfgoed’. De jury honoreert het goede opdrachtgeverschap van het museum zodat deze delicate uitbreiding, herinrichting en vernieuwing gerealiseerd kon worden.

 

 

 

 

meer | minder lezen
Een aantal jaar geleden stond het museum voor een moeilijke uitdaging. Het museumcomplex was verouderd en uitgeleefd. Het museumteam onderzocht hoe het museum binnen de strikte regels van de Unesco-erfgoedzorg geactualiseerd kon worden en koos voor een behoedzame vernieuwing van de waardevolle historische site. NoAarchitecten ontwierp de verbouwing/uitbreiding met zorg voor de collectie en de scenografen Caroline Voet en Leen De Brabandere zorgden voor de vernieuwde museumopstelling waarin ‘sfeer en beleving’ centraal staan. Door het huis nieuw leven in te blazen bereikt het museum nu een breder publiek.

Schepen voor cultuur Caroline Bastiaens: “Ik ben bijzonder trots met deze nieuwe erkenning van ons Museum Plantin-Moretus. Sinds de opknapbeurt in 2016 waait een nieuwe wind door het museum. Naast liefhebbers van erfgoed vindt ook een nieuw publiek van anderstalige nieuwkomers tot mensen met een liefde voor typografie de weg naar deze plek. Het resultaat is dat ruim 110 000 mensen in 2017 een bezoek brachten aan het museum, een topjaar! Dit toont aan dat een historisch belangrijke plek ook vandaag relevant en zinvol kan zijn voor een breed publiek. En we blijven investeren in het museum. Deze week starten de restauratiewerken aan de daken.”

Na de heropening van het Museum Plantin-Moretus viel het museum meermaals in de prijzen voor de vernieuwing. Op 17 mei 2017 mocht directeur Iris Kockelbergh de eervolle vermelding van de International Award of Museums and Heritage in London ontvangen. Op 27 mei 2017 haalde Kastaar een zilveren European Design Award op in Porto en op 30 januari 2018 mochten Kastaar en het museum de Henry Van de Velde Award – communicatie in ontvangst nemen.

Kastaar en Museum Plantin-Moretus ontvangen Henry Van de Velde Award in de categorie Communication

Dinsdag 30 januari 2018 — Kastaar, het Antwerps analoog drukkerscollectief van de grafische ontwerpers An Eisendrath en Stoffel Van den Bergh, en het Museum Plantin-Moretus vallen opnieuw in de prijzen voor hun samenwerking naar aanleiding van de heropening van het Museum Plantin-Moretus. Kastaar wordt gehonoreerd met de ‘Communication Award’ voor hun creatieve insteken naar aanleiding van de heropening van het Museum Plantin-Moretus.

 

 

 

 

 

meer | minder lezen

Schepen Caroline Bastiaens: ‘Opnieuw valt ons vernieuwd Museum Plantin-Moretus in de prijzen. Samen met drukkerscollectief Kastaar ontvangt het museum een Henry Van de Velde Communication Award voor hun project naar aanleiding van de heropening. Hiervoor bouwden ze mobiele drukfietsen, brachten zo het museum buiten de muren en lieten een breed publiek kennismaken met oude druktechnieken. Een schitterend project dat nu beloond wordt!’

Het Museum Plantin-Moretus viel in 2017 reeds tweemaal in de prijzen voor de vernieuwing van het Museum Plantin-Moretus. Op 17 mei mocht directeur Iris Kockelbergh de eervolle vermelding van de International Award of Museums and Heritage in London ontvangen. Op 27 mei haalde Kastaar een zilveren European Design Award op in Porto. In opdracht van het Museum Plantin-Moretus trokken de grafische ontwerpers van Kastaar op promotour door Antwerpen met hun bekende drukkersfiets en baseerden ze zich op zestiende-eeuwse typografie van het museum voor de creatie van nieuwe museumproducten. Een internationale jury en Flanders DC honoreren hen nu met de Henry Van de Velde Award.

Vernieuwing in 2016
In september 2016 heropende het volledig vernieuwde Museum Plantin-Moretus. Met een nieuwe opstelling, een nieuw depot en een nieuwe beleving wenste het museum een verjonging en een verbreding van het publiek te bereiken. Om de Antwerpenaar attent te maken op de nieuwe wind in het museum gaf het communicatieteam Kastaar de opdracht om met een ‘mobiele drukpers’ de stad in te trekken en het publiek warm te maken voor een drukkerservaring. Kastaar bouwde de drukkersfietsen en begon zo aan een felgesmaakte promotour door Antwerpen op publieksdagen zoals de cultuurmarkt, open monumentendag en de boekenbeurs.

Awards
Tergelijkertijd schreef het museum een wedstrijd uit voor een productielijn voor
de merchandising van het museum. Kastaar kreeg gedurende zes maanden het residentschap in de museumshop. Ze werden gevraagd uit de rijke collectie 16e-eeuwse letters en houtblokken te putten en er zelf mee aan de slag te gaan. Ze drukten postkaarten en creëerden allerlei nieuwe producten zoals coasters, zaadzakjes en een eeuwigdurende kalender. In de shop verzorgden ze eveneens workshops. In oktober 2016 ontvingen het museum en Kastaar nog de allereerste Museum Product Award voor dezelfde productlijn. Deze prijs werd toegekend door de Vlaamse museumsector en is een initiatief van FARO en ICOM-Vlaanderen.


Beste Vrienden,
Wij ontvingen het boekje van de hand van Dirk Imhof, waarvoor dank.
Wat is de geschiedenis, en in het bijzonder deze van “ons” museum, toch belangwekkend en interessant!
Met vriendelijke groet.
Freddy en Sonia Van Daele-Cools

Het drukken en verkopen van de plantkundige werken van Rembert Dodoens door dr. Dirk Imhof, Lamotlezing in de reeks Soirée Lamot, Mechelen

Op donderdagavond 9 maart werd in het auditorium van het Lamotgebouw in Mechelen een erg informatieve lezing gegeven over het drukken en verkopen van de plantkundige werken van Rembert Dodoens door dr. Dirk Imhof, conservator bibliotheken en archieven van het Museum Plantin-Moretus.

 

 

 

meer | minder lezen

Meer dan 100 genodigden waren aanwezig, ondanks het feit dat de elektronische ticketverkoop via de website van de cultuurdienst van de stad Mechelen de vorige dagen aangaf dat de verkoop van tickets afgesloten was. Het gelijklopen van werken aan de website en de onfortuinlijke grote stroompanne in de Dijlestad hadden de servers platgelegd. Ingewijden wisten echter dat er voor de aanvang van de Lamotlezingen steeds tickets te koop zijn aan de balie en dit tot net voor de aanvang het evenement.

Het Kruidtboeck bestaat niet
Nadat iedereen een plaatsje in de prachtige aula had gevonden stak de spreker meteen van wal met de onthutsende mededeling dat ‘hét kruidboek’ van Dodoens ‘an sich’ eigenlijk niet bestaat. Rembert Dodoens, stadsgeneesheer van Mechelen, arts van Keizer Maximilaan in Wenen en hoogleraar geneeskunde aan de universiteit van Leiden werd bovenal beroemd om zijn plantkundige werken, meervoud dus.

De botanische werken van Dodoens
Na een korte biografie van Dodoens werd de aandacht gefocust op de botanische werken. Dodoens was immers een veelzijdige auteur, die ook publiceerde over kosmografie en wiskunde. Deze werken kwamen slechts terzijde aan bod. De eerste publicaties van Dodoens zijn botanische werken uitgegeven bij de Antwerpse drukker Jan vander Loe in 1552, gevolgd door een ‘prentboek’ met plantbenamingen in verschillende talen in 1553.

Stirpium hixstorae pemptades sext
Pas in 1566 komt, na het overlijden van Vander Loe, Dodoens terecht bij Plantijn. Na enkele kleinere uitgaven komt in 1583 het meesterwerk uit, de Stirpium historae pemptades sext. In deze plantenatlas gaf Dodoens uitgebreide beschrijvingen van honderden planten en verfijnde hij zijn classificatiesysteem. 1358 houtsneden met afbeeldingen van planten illustreerden het werk.

Na het overlijden van Dodoens
Na Dodoens’ overlijden bleven de Plantijnse uitgeverijen in Antwerpen en Leiden zijn ‘kruidboek’ uitgeven, zowel in het Latijn als in de Nederlandse vertaling. De laatste editie kwam in 1644 op de markt. Dodoens had bijna 100 jaar een grote invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van de botanica.

Het produceren van een boek in de 16e eeuw
Het derde luik van de presentatie handelde over het produceren van een boek in de XVIe eeuw, met als voorbeeld de werken van Dodoens. Met tal van voorbeelden uit de rijke archieven van het Museum Plantin-Moretus werd aangetoond welke afspraken gemaakt werden tussen auteur en uitgever/drukker. Door wie, wanneer en tegen welke vergoeding de tekeningen tot stand kwamen. Idem dito voor het snijden van de houtblokken. Welke zetters de teksten afleverden, en welke drukkers ze drukten. Het belangrijke werk van de correctoren, die naast het nalezen van de teksten ook instonden voor het opmaken van de indices werd benadrukt.
Nadien werd verhaald hoe de boeken verkocht werden, met aandacht voor de aantallen, de kostprijs en de winstmarges.

Illustraties met houtblokken
Op dit alles werd een boeiend vervolg gegeven over het wedervaren van de houtblokken zelf, hoe vaak werden ze gebruikt, hoe kwam het dat ze ook konden worden aangewend voor de uitgaven in Leiden en Londen. En vooral, hoe ze toch weer telkens naar Antwerpen terugkwamen, waar ze tot op heden zijn bewaard gebleven. Verder ging de aandacht nog naar het gebruik van dezelfde houtblokken in de latere werken van Clusius en Lobelius.

De lezing werd geïllustreerd met prachtige afbeeldingen uit de ingekleurde versies van de diverse boeken, met uittreksels uit de archieven en verhelderende tabellen. In een laatste dia toonde Dirk Imhof een lijst waar de meeste van de besproken werken online te raadplegen zijn. De aanwezigen kregen van elke afbeelding een miniversie op papier aangeboden zodat ook thuis nog nagenoten kon worden van het getoonde, en gemakkelijk de onlineversies opgezocht kunnen worden.

Na een ruime vragenronde werd de lezing afgesloten en kon iedereen met de vernieuwde kennis huiswaarts keren.

Patrick Goossens

Jean-Pierre Tricot: DAS BESSERE  BILD CHRISTI

Die Ausgabe des neuen Testaments von 1516

Das bessere Bild ChristiTer gelegenheid van het jubileumproject ‘Erasmus MMXVI’ organiseerde de Universiteitsbibliotheek van Bazel in de Münsterkirche (de gereformeerde hoofdkerk) van deze stad van juni tot november 2016 een tentoonstelling over de uitgave in 1516 van het Nieuwe Testament door Desiderius Erasmus (1469-1536), waarvan het drukwerk toevertrouwd werd aan Johannes Froben (1480-1527).

 

meer | minder lezen
De oorspronkelijke teksten van de evangeliën
Oorspronkelijk werden de 4 evangeliën in het Grieks opgesteld tussen 70 en 100 na Christus. Pas in de loop van de 2e eeuw werden ze in het Latijn vertaald (Vetus Latina). Tot in de 4e eeuw na Christus deden talrijke verschillende Latijnse versies de ronde totdat rond 400 de kerkvader H. Hieronymus aan de hand van oorspronkelijke Griekse manuscripten zelf overging tot een Latijnse vertaling die het dichtst aanleunde bij de originele Griekse tekst (Graeca Veritas). Meer dan een millennium lang zou deze versie (de Vulgate) als enige officiële gezaghebbende tekst beschouwd worden. Dit was des te meer het geval na het Concilie van Trente (1545-1563), dat, als reactie op de uitgaven van protestantse bijbels, de Vulgate als enige officiële tekst aanvaardde.

De humanisten herontdekken de oorspronkelijke tekst
Gedurende de renaissance zouden verschillende humanistische geleerden de oorspronkelijke Griekse tekst ‘herontdekken’. Lorrenzo Valla (1406-1457), een belangrijke Romeinse humanist aan het hof van koning Alfonso van Aragon en bij de Romeinse curie, had reeds in zijn boek Annotationes, dat pas een halve eeuw later door toedoen van Erasmus gepubliceerd werd, aan de hand van Griekse teksten enkele verbeteringen aangebracht aan de Vulgate.

Erasmus vertaalt de tekst
Bazel2Desiderius Erasmus van Rotterdam, priester, theoloog, humanist, filoloog (1466-1536) nam zich voor de oorspronkelijke Byzantijnse Griekse tekst integraal te vertalen vanuit het Grieks in het Latijn, aangevuld met enkele kanttekeningen (Annotationes). De tekst was afkomstig uit de bibliotheek van het klooster van de dominicanen in Bazel en was een gift van de Croatische dominicaan kardinaal de Ragusa, die ze vanuit Constantinopel overgebracht had in 1438. Erasmus liet zich bij de vertaling bijstaan door enkele medewerkers, waaronder Gerbel en Oekolampad, De eerste uitgave van het boek werd derhalve Novum Instrumentum genoemd, de 4 edities nadien Novum Testamentum.

Brengt Erasmus de kerk in gevaar?
Sommige wijzigingen die door Erasmus aan de Vulgate werden aangebracht waren zuiver stilistisch, maar anderen raakten fundamentele theologische vraagstellingen aan zodat Erasmus ervan verdacht werd het gezag van de Kerk in gevaar te brengen. Zo bijvoorbeeld de eerste zin van het Johannesevangelie ‘In Principio erat Verbum’ wijzigde Erasmus in ‘In Principio erat Sermo’. ‘Gesprek’ vond hij een betere vertaling dan ‘Woord’ voor het Griekse ‘logos’. Dit veroorzaakte een storm van protest en zelfs  beschuldigingen van godslastering.
Een ander voorbeeld: Erasmus haalde een passage aan in een brief van Paulus aan de Corinthiërs ‘Een vrouw is door de wet verbonden zolang de man leeft, maar indien haar man ontslapen is, zo is zij vrij om te trouwen‘. Erasmus vond dat het bijeenblijven zou kunnen leiden tot een wederzijdse destructie en dat dan een echtscheiding mogelijk moet zijn. Hij wees erop dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de kerkelijke wetgeving en de goddelijke voorschriften. Kerkelijke wetten moesten volgens hem steeds aangepast en gewijzigd kunnen worden.

Het belang van de Griekse tekst
Door de Erasmusuitgave van het Nieuwe Testament werd het belang benadrukt van de Griekse tekst als guide-line voor de Latijnse vertaling en werd de basis gelegd voor een tekstkritisch onderzoek. Hervormingsgezinde tijdsgenoten van Erasmus waren het hiermee eens. Trouwens zouden Luther en zijn aanhangers, zonder de toestemming van Erasmus, en dit onder de vorm van pamfletten, gebruik maken van sommige aanvullingen (Annotationes) door Erasmus opgesteld.
Erasmus zou zich nooit formeel achter Luther scharen en bleef, als gewijde priester (en tevens zoon van een priester!), tot aan zijn dood de rooms-katholieke kerk trouw. De 95 thesissen van Luther werden in 1517, één jaar na het Novum Instrumentum gepubliceerd.
Andere hervormers maakten ook gebruik van de Erasmusvertaling. Zo onder meer Zwingli, hervormingsgezinde pastoor uit Zurich, die zoals Erasmus, het erfzondeconcept afwees. Erasmus drong erop aan dat de evangelies correct moesten geïnterpreteerd worden. Zo bijvoorbeeld Matheus 11:3O: ‘Wat ik van U vraag is nooit te zwaar en de last die U voor mij moet dragen is licht‘. De kerkelijke geboden en voorschriften mogen nooit als belastend worden beschouwd: het juk moet draaglijk blijven.

Erasmus draagt zijn Bijbel op aan paus Leo X
Bazel3Erasmus had wijselijk zijn Bijbel opgedragen aan paus Leo X, die hem daarvoor trouwens schriftelijk feliciteerde. Het boek zou aanleiding geven tot talrijke controversen, en vanaf 1527 moeide de inquisitie zich hiermee zodat in 1559 – dus na het overlijden van Erasmus- diens gezamenlijk oeuvre terechtkwam in de Index Librorum Prohibitorum. Paradoxaal genoeg werd het stoffelijk overschot van Erasmus toch bijgelegd in de Bazelse Minsterkirche, die sedert 1529 behoorde tot de evangelische gereformeerde kerk.

 

De twee eerste gedrukte uitgaven van de Bijbel in het Grieks
De Bazelse uitgave van het Nieuwe Testament was een van de twee eerste gedrukte uitgaven van de originele Griekse tekst. De andere eerste uitgave was deze van de Biblia Polyglotta Complutensis van 1515, gebaseerd op de Vulgate, maar deze verkreeg pas na 1620 het pauselijke privilegie om verspreid te worden, alhoewel opgesteld in de beroemde universiteit van Alcala en gefinancierd door kardinaal Cisneros, toenmalige regent van Castillië, en met als hoofdsamensteller de theoloog Zuniga.

De Bijbel van Erasmus: basis voor vertalingen in de volkstaal
Erasmus’ Bijbel zou als basis dienen voor de vertalingen in diverse volkstalen: de Textus Receptus, die nadien met aanpassingen door Luther in het Hoogduits werd vertaald in september 1522. De eerste Nederlandstalige vertaling is deze van de Antwerpenaar Jacobus Van Liesveldt (1490-1554) en verscheen in 1526. Van Liesveldt zou in zijn latere edities in zijn Annotationes te veel aanleunen bij het gedachtegoed van Luther. Hij werd door de inquisitie ter dood veroordeeld en in 1545 onthoofd.

Erasmus laat zijn werk drukken in Bazel
Hoe kwam Erasmus ertoe zijn Novum Instrumentum in Bazel te laten drukken? Bazel werd in 1501 lid van de Helvetische Confederatie en korte tijd na het overlijden van Gutenberg ontwikkelde de stad Bazel zich tot een der belangrijkste centra van de humanistische boekdrukkunst. Tussen 1475 en 1490 vestigden zich drie ervaren ondernemers in deze stad: de drukkers Amberbach, Petri en Froben. Laatstgenoemde kocht de drukkerij ‘Haus zum Sessel’ over van Amberbach. In het begin van zijn loopbaan publiceerde hij hoofdzakelijk theologische boeken waaronder het gezamenlijk oeuvre van Augustinus in 11 volumes. Hij beschikte over zeven persen en een dertigtal personeelsleden. Erasmus verkoos dus zijn Novum Testamentum bij Joannes Froben (1480-1527) in Bazel zijn boeken te laten drukken. De ongeëvenaarde kwaliteit van zijn gegoten Griekse en Latijnse letters was legendarisch. Ook speelden andere elementen een rol: via de Rijn was de stad gemakkelijk bereikbaar, de aanwezigheid van de pas opgerichte universiteit zorgde voor een verdere uitstraling. De aanwezigheid van talrijke papiermolens en van florissante handelsmaatschappijen betekende eveneens een pluspunt.

Haus zum Sessel nu
De drukkerij en de boetiek ‘Haus zum Sessel’ is thans eigendom van de Universiteit van Bazel die er een ‘Pharmacie Historisches Museum’ in heeft ondergebracht. Maar ter gelegenheid van het Erasmusjaar werd er in een van de zijgebouwen een reconstructie uitgevoerd van Frobens drukkerij.
Een der proeflezers van Froben was Oporinus, die zich later zelfstandig zou vestigen en faam verwierf als drukker van de Fabrica Anatomiae Libri Sex van onze landgenoot Andreas Vesalius.

Bazel1

 

 

 

 

ScheldeMeer weten? Klik op de foto hiernaast.

Rik Hemmerijckx: Poëzieboot met Koen Stassijns

De Schelde heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld in het oeuvre van Emile Verhaeren. De poëzie van Verhaeren brengen op een boot die je voert langs de meanders van de Scheldestroom is dan ook een enige gelegenheid om zijn poëzie tot leven te brengen. Op zondag 11 september 2016 organiseren het Verhaeren Genootschap, Toerisme Klein-Brabant en rederij Riverstar een poëzieboot met vertaler-dichter Koen Stassijns. Recent heeft deze een bloemlezing gepubliceerd met een uitgelezen keuze uit het oeuvre van Verhaeren: Emile Verhaeren Veerman (Lannoo, 2016). In een onderhoudend, twee uur durend programma presenteert Stassijns op zijn heel eigen wijze de poëzie van Verhaeren.
 
Zondag 11 september 2016
Afspraak om 14u aan de steiger bij de Kaai van Sint-Amands.
Kostprijs: 4 €
Reservatie verplicht: info@tkbs.be of 03/899 28 68
info: www.emileverhaeren.be
 
Een unieke belevenis die u niet mag missen!
Naar aanleiding van Monumentendag is het Verhaerenmuseum die dag ook gratis toegankelijk.
 
 
 

 

Frans Van den Brande/ Schenking René VANDEVOIR in het MPM:
een onschatbare verzameling VERHAEREN-memorabilia

VerhaerenOp 26 mei 2016 gaan de Vrienden van het Museum Plantin Moretus op daguitstap naar Sint-Amands aan de Schelde en naar Baasrode.
De voormiddag is gewijd aan de tentoonstelling Emile Verhaeren een dichter voor Europa.

 

meer | minder lezen
Op 27 november 2016 is het dag op dag 100 jaar geleden dat de Belgische schrijver Emile Verhaeren op tragische wijze om het leven kwam in het treinstation van Rouen. Dit is de aanleiding om een van de meest kleurrijke figuren uit onze literatuurgeschiedenis opnieuw onder de aandacht te brengen. Visionair, Vlaming, Franstalig én internationaal: de onrustige Verhaeren was het allemaal.

Terwijl het Museum Plantin Moretus in volle verhuis- en verbouwingssfeer baadt, is deze activiteit extra muros voor de Vrienden een belangrijke verwijzing naar de onschatbare verzameling Verhaeren-memorabilia die het museum rijk is.

De schenking René Vandevoir
Het betreft de schenking René Vandevoir die er sedert 1966 berust. René Vandevoir was Kamervoorzitter bij het Hof van Beroep te Douai. In Saint-Amand-les-Eaux ondertekende hij op 20 november 1965 met toenmalig Antwerps burgemeester Lode Craeybeckx de schenkingsakte, waarbij zijn volledig Ensemble Emile Verhaeren in volle eigendom werd overgemaakt aan de Stad Antwerpen. Als ‘fan’ van Emile Verhaeren had hij een indrukwekkende verzameling opgebouwd rond deze dichter waarvoor hij in bewondering stond. In oktober 1966 werd in het MPM het Salon Emile Verhaeren – Schenking voorzitter René Vandevoir ingewijd en opengesteld voor het publiek. De inrichting van het Salon heeft Vandevoir nog gedeeltelijk meegemaakt. Hij overleed echter op 26 juli 1966.

Een rijke verzameling
De verzameling omvat niet minder dan 48 handschriften, waarvan er 47 de eerste ontwerpen zijn van dichtbundels, werken in proza, theaterstukken en artikels van Verhaeren. Daarnaast telt de collectie 836 boekdelen met gedrukte werken, waarvan er 514 werk van Verhaeren betreffen, buiten nog 18 bundels correspondentie, 7 bundels diverse archivalia, 1 bundel foto’s, een geheel van 105 tekeningen, prenten en schilderijen, 6 sculpturen en medailles en 36 diverse souvenirs. Bekende namen van boekillustratoren en portrettisten zijn o.a. Odilon Redon, Henri Cassiers, James Ensor, Theo Van Rijsselberghe, Rops, Marthe Verhaeren…

De catalogus
De jonge assistente – later opvolger – van toenmalig conservator Leon Voet van het MPM, barones Francine de Nave, nam het titanenwerk op zich om de catalogus van de verzameling van Vandevoir aan te vullen en bij te werken. De aantekeningen van Vandevoir zelf en van de testamentaire uitvoerders zijn in het Frans, ook de lijvige inleiding over het levenswerk van Vandevoir. Dit lijvige werk van 662 pagina’s werd in opdracht van het Antwerps Stadsbestuur voor het Museum Plantin-Moretus als catalogus gepubliceerd in oktober 1987. Bovenstaande gegevens zijn voor een groot deel hieruit overgenomen.

Hoe kwam de verzameling in MPM terecht?
Wellicht stellen sommigen zich de vraag hoe deze verzameling in het MPM terechtkwam. Dit is een aspect dat hoort bij ‘la petite histoire’ achter de schermen. Vandevoir klopte eerst aan bij de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Het klikte echter niet tussen hem en toenmalig conservator van de KBR Herman Liebaers. Zo kwam René Vandevoir terecht bij Lode Craeybeckx, die onmiddellijk het MPM inschakelde voor de schenking.

Huldebetoon aan onze landgenote Cécile de Visscher in Barcelona/ P. van den Broeck

Het Fonds Christoffel Plantin, onder het erevoorzitterschap de Gouverneur van de provincie Antwerpen, kent jaarlijks een prijs toe aan een Belg die in het buitenland verblijft en wiens activiteiten, weinig gekend in België, bijdragen tot het prestige en uitstraling van ons land in het buitenland. De Christoffel Plantin Prijs stond in 2015 in het teken van het sociaal engagement. De jury van deze internationaal gewaardeerde Prijs besliste op 27 oktober vorig jaar om een oorkonde toe te kennen aan de Belgische Cécile de Visscher als blijk van waardering voor haar jarenlange inzet voor pluri-mindervalide kinderen. Mevrouw de Visscher is mede-stichter van de Nexe Fundació en zorgt sinds meer dan 30 jaar voor gespecialiseerde dagopvang voor deze hulpbehoevende kinderen. De heer Didier Verwaerde, Consul van België te Barcelona had de eer om, namens de Voorzitter het Fonds Christoffel Plantin, de oorkonde aan mevrouw de Visscher te overhandigen tijdens een ingetogen plechtigheid in Barcelona op 7 april 2016 waaraan talrijke Belgische en Catalaanse vrienden deelnamen. De Consul overhandigde tevens aan elk personeelslid van de Nexe Fundació een persoonlijk aandenken als blijk van waardering voor hun prachtige inzet voor de kinderen tijdens de voorbije jaren.

Meer informatie: http://www.christoffelplantinfonds.be/
Fonds Christoffel Plantin:
http://www.nexefundacio.org/es/

 

Frans Van den Brande: Bezoek aan Antwerpse Kathedraal gratis voor inwoners provincie

Kath1Vanaf januari 2016 is de Onze-Lieve-Vrouwe kathedraal van Antwerpen voortaan gratis toegankelijk voor alle inwoners van de
provincie Antwerpen. Hiervoor dienen zij
aan de balie hun postnummer bekend te maken.
Na 50 jaar is de restauratie van de kathedraal
zo goed als afgerond en dat is mede te danken
aan de financiële steun van de provincie. Als bedankje voor die steun maakt de kerkraad
de toegang voor inwoners van de provincie Antwerpen dus gratis.

 

Kath2
Dat is goed nieuws voor de Vrienden van het Museum Plantin Moretus – Prentenkabinet vzw. die in de provincie woonachtig zijn. De kathedraal was de parochiekerk van Christoffel Plantijn en zijn familie. Talrijke werken met betrekking tot zijn kathedraal drukte Plantijn en, na hem, vele Moretussen. Christoffel Plantijn werd er na zijn overlijden begraven. Wie de kathedraal bezoekt kan in de kooromgang het prachtig epitaaf zien gewijd aan Christoffel Plantijn, zijn echtgenote Jeanne Rivière en hun kinderen. Het mooie grafschrift van de hand van huisvriend Justus Lipsius siert het epitaaf. Ook elders in de kathedraal komt de naam Moretus voor.
(fvdb)

Jean-Pierre Tricot: Een merkwaardig museum in Lyon

Musée Lyon
klik op het logo om naar de website te gaan

Lyon, een belangrijk drukkerscentrum

In de 15e eeuw was ook de Franse stad Lyon een der belangrijkste Europese centra voor de boekdrukkunst. Zoals in Antwerpen zouden de wetenschappen vanaf de renaissance ten gevolge de verspreiding van gedrukte boeken een enorme vooruitgang boeken.
Talrijke drukkersfamilies vestigden zich op het schiereiland tussen Rhône en Saône.

Museum voor de boekdrukkunst
Musée Lyon2Het duurde echter tot in 1964 voor er overgegaan werd tot de oprichting van een museum voor de boekdrukkunst, dat een halve eeuw nadien, in 2014, omgedoopt werd tot ‘Musée de l‘imprimerie et de la communication graphique’.

meer | minder lezen
Men ging er immers van uit dat de beroepen gelinkt aan de drukkunst, aan de communicatie en aan de grafische creatie de laatste jaren een merkwaardige
ontwikkeling gekend hebben: van het gebruik van loden lettertjes tot fotocompositie en nadien tot computer-geassisteerde publicaties met talrijke numerieke toepassingen.

De collectie
De collecties van het museum getuigen van deze evolutie: van de gedrukte Gütenbergbijbel tot het gratis verspreide hedendaags dagblad en dit via allerlei andere drukwerken zoals bv. het busticket, de reclame-affiche, de dienstregeling van de spoorwegen, de hoes van een lp enz.

Musée Lyon3Boeken, prenten, drukpersen, computermachines: de geschiedenis van de letters, van de typografie, van de boekdrukkunst, van het boek, van het grafisch design, van de prent wordt transdisciplinair voorgesteld met bijdragen van de paleografie, van de cognitieve wetenschappen, van de linguïstiek en van de humane wetenschappen.

 

                     42-regelige bijbel van Gutenberg

 

Musée Lyon4
Meer dan de geschiedenis van het boek

Het museum is dus meer dan een loutere tentoonstelling over de geschiedenis van het boek. Veel aandacht wordt besteed aan de drukwerken en aan de grafische objecten uit de 19e en uit de 20e eeuw, die getuigen van de essentiële rol die het drukwerk speelt in de moderne wereld en van de niet aflatende creativiteit gedurende deze twee eeuwen.

Titelpagina van een boek van Luther

 

Musée Lyon6Op een moderne museale, aangename en didactische manier wordt de hierboven geschetste ontwikkeling aan de bezoeker voorgesteld met drie duidelijke objectieven die de nieuwe opstelling der voorwerpen in het museum beogen: de diversiteit van de drukwerken, de motivatie om tot het drukken over te gaan en uitleg verschaffen om welke reden een bepaald drukwerk een specifieke vorm aanneemt en geen ander.

 

    Affiche in de stijl van Jules Cheret, Parijs 1896

Kerstwensen van het Mundaneum

Mundaneumwensen

 

 

 

 

 

L’espoir, c’est l’optimisme avec les manches retroussées. Il appelle à l’action…
Léo Bormans, auteur de “The world book of hope” et du best seller international “The Workd Book of Happiness”

Che(è)r(e) ami(e) du Mundaneum,
Alors que 2015 se termine, nous voudrions avant toute chose vous remercier chaleureusement. C’est en effet grâce à vous que les six mois écoulés depuis la réouverture du Mundaneum ont été un tel succès.
 
Près de 20.000 visiteurs plus tard, notre boutique prend son essor, le nouveau centre d’archives a été inauguré en septembre, notre nouveau jeu vidéo éducatif “Mundaneum Web 1895” vient tout juste d’être lancé, et bien sûr LA bonne nouvelle : le Mundaneum va devenir le premier site belge à recevoir le Label du Patrimoine Européen en avril prochain !
 
C’est donc avec une bonne dose d’espoir et d’optimisme que nous vous souhaitons de très joyeuses fêtes et une année 2016 cousue de projets, de découvertes et de créativité !
 
L’équipe du Mundaneum

 

Die Buchstaben van Anselm Kiefer

Buchstaben KieferEXPO 30.10.2015 – 31.01.2016
Voormalig Raamtheater, De Vrièrestraat 36, 2000 Antwerpen
Kiefer brengt ‘Die Buchstaben’,
een monumentaal kunstwerk als eerbetoon aan Gutenberg en het ontstaan van de boekdrukkunst, naar Antwerpen. De installatie is opgebouwd uit enkele oude drukpersen waaruit zonnebloemen groeien. De bloemen vallen op de grond en veranderen in letters.
Met ‘Die Buchstaben’ toont Kiefer de kracht van het woord.

meer | minder lezen
Eerbetoon aan Gutenberg
Het monumentale werk Die Buchstaben is een eerbetoon aan Gutenberg en het ontstaan van de boekdrukkunst. De installatie beslaat een volledige kamer. In de ruimte staan oude zet- en drukmachines opgesteld waaruit zonnebloemen groeien. Wanneer de bloemen verwelken, vallen hun zaden op de grond en veranderen in loden letters. Het mechanische en het organische komen zo uit elkaar voort.
De installatie toont het belang van het gedrukte woord. Maar ze verwijst ook naar de eeuwige zoektocht naar wat ontbreekt: de ene letter die het sluitstuk is en betekenis geeft aan alles errond.

Levende letters
Is het gedrukte woord op sterven na dood? Of plant het zich voort zoals een uitgebloeide zonnebloem, in nieuwe vormen en met steeds nieuwe samenstellingen van letters? De drukpers met haar loden letters is bij uitstek het symbool van onze beschaving. Zonder het geschreven woord, het boek, gaat alle kennis en betekenis verloren.
In Antwerpen krijgt Die Buchstaben nog een extra betekenislaag. De families Plantin en Moretus maakten van Antwerpen een Europees centrum voor de boekdrukkunst in de zestiende en zeventiende eeuw. In het Museum Plantin-Moretus staan vandaag de oudste drukpersen ter wereld opgesteld.

Uitzonderlijk voor het grote publiek
Anselm Kiefer creëerde zijn installatie Die Buchstaben voor een tentoonstelling in Berlijn in 2012. Daarna werd het kunstwerk opgenomen in een privécollectie en was het niet toegankelijk voor het grote publiek.
Na dit bezoek aan Antwerpen verhuist het werk opnieuw naar een privécollectie in Oostenrijk. Mis deze unieke kans niet om Die Buchstaben gratis te bewonderen in de inspirerende setting van het voormalige Raamtheater!

Plantin in de premetro van Antwerpen

prent pre-metro1De afgelopen maanden kreeg een perron van het metrostation Plantin een volledig nieuw uitzicht door de Antwerpse designer Axel Enthoven. Deze haalde de inspiratie in het prentenkabinet van het Museum Plantin-Moretus.

meer | minder lezen
Het station lag er al jaren verloederd bij. De oude sombere look werd radicaal overboord gegooid. Het nieuwe perron is fris en licht. Er werd veel aandacht besteed aan de onderhoudsvriendelijkheid van de gebruikte materialen. De gladde witte wanden bestaan uit emailleplaten.
Op deze wanden werden prenten aangebracht van het prentenkabinet: een portret van drukker Plantin zelf en dieren uit zijn publicaties.
Het contrast van de witte wand tegen de donkere tunnelwand diept het ruimtegevoel uit. De renaissanceafbeeldingen op een minimalistisch wit hebben een bijzonder effect. Ze benadrukken de eeuwigheidswaarde van de drukkunst. De 16e-eeuwse tekeningen lijken opnieuw hedendaags.

Frans Van den Brande | 400 jaar kerk aan de Lange Winkelstraat

Prent annunciaten Ruim 400 jaar geleden gingen enkele gegoede Antwerpse burgers, onder wie Jan en Balthasar Moretus op zoek naar een ‘stille plaetse’ in de stad om een klooster te bouwen voor de kleine groep annunciaten (een kloosterorde waarvan de zusters zich toelegden op de overpeinzing van de deugden van Maria).

De kloosterkerk van de zusters Annunciaten
• PK.OS.0213.003 | S.213

meer | minder lezen

Die ‘stille plaetse’ vonden zij achter de Kauwenbergh op een terrein aan de Lange Winkelstraat. Dat was toen aan de rand van de stad. Via de Roode Poort
( Paardemarkt/ Rodestraat) verliet je daar de stad en begon het platteland. De toeloop van jongedames, vaak uit betere kringen, dus met een aanzienlijke bruidschat, was enorm.
Na enkele ‘florissante’ intredes en giften van buiten uit, nam moeder-overste, Josina de Smidt, het besluit om niet alleen de slaapplaatsen en de refter onderhanden te nemen, maar ook een eigen kerk te bouwen.

Op 26 augustus 1615 wordt van deze kerk de eerste steen gelegd. De bisschop van Antwerpen, Malderus, wordt bij het plaatsen van die steen bijgestaan door het aartshertogelijk paar, Albrecht en Isabella van Oostenrijk. Die hadden hun agenda praktisch georganiseerd, want de dag ervoor, 25 augustus 1615, hadden ze voor de kloosterkerk van de augustijnen in de Everdijstraat ook de eerste steen gelegd (Augustinuskerk, nu AMUZ). En dit zijn niet de enige kloosters die in die periode in de stad worden gesticht, of uitgebreid. De contrareformatie draait op volle toeren.

De annunciaten van Antwerpen
Oktober 1608: het klooster van de annunciaten in Leuven is overvol. Moeder-overste besluit 7 zusters naar Antwerpen te sturen om daar een nieuw klooster te stichten, waaronder Jeanne Moerentorf.

Op initiatief van pater Johannes Ney gaat men in 1609 een bequaeme stille plaetse zoeken om mettertijd een schoon clooster te maecken. Jeanne Moerentorf meldt dat hij zich niet heeft gespaard om selver in persoon verscijden plaetsen te gaen visiteeren tot concolatie vande religieusen om voor hun een bequaem plaetse te vinden. Ten leesten is hem een plaetse aenghebroecht gelegen inde Winckelstraet, die welcke alder nuetste wert gevonden voor het beginsel van dit gewiechtich werck, als sulcke is een clooster te beginnen…

Bijna de hele buurt werd opgekocht en het klooster kende een explosieve groei: in de eerste tien jaar werden 65 novicen aanvaard. Veel zusters kwamen uit het Antwerpse patriciaat. In 1614 aanvaardde Balthasar I Moretus, neef van de zusters Jeanne en Martina Moerentorf, de taak om ‘geestelijke vader’ van de gemeenschap te zijn. Hij behartigde de materiële belangen van het klooster en sponsorde ook zelf royaal. Ook andere families van novicen of zusters waren vrijgevig met bruidschat of aalmoezen (giften). In 1614/15 besliste moeder-overste Josina De Smidt dat het tijd werd voor een echte kerk. Door financiële tegenslagen kon het hoogaltaar in de kerk pas op 21 juli 1620 worden gewijd. In 1628 verkreeg het klooster de relikwie van het hoofd van de heilige Justus. Voor de inrichting van de kapel schonk Balthasar I Moretus een schilderij van Rubens (nu in Bordeaux). Een aantal brieven die Jeanne, moeder-overste van 1638 tot 1659, aan haar neef Balthasar stuurde, zijn bewaard gebleven.

Uit het schriftje van Jeanne Moerentorf, bewaard in het Felicarchief:
Hoe en wanneer de kercke begost is.
Indt jaer ons heeren 1615 Den 26 augusti op St. Severynsdach is den eersten steen vande kercke met groote Solemniteydt, musick, Spel ende Devotie ghewydt en gheleydt, in de teghenwoordicheydt van groote menichte des volcks. Ghewydt van de Erw/ste Bisschop deser Stadt Myn heer Joannes Malderus, en gehleydt van onse deurlichtighe Prince Albertus van Oostenryck, ende Isabella Clara Eugenia, ter eeren Godts, Syn h. Moeder ende de Salighe Joanna van Vranckryck de welcke is gheweest de derde Moye van Haere Hoocheydt, En tot opbouwinghe des selfs tempels hebben onse voornoemde deurluchtichste Prince ghegeven dusent gl. eens.
Naerdat de ceremonie vande Wydinghe ende legginghe des eersten steens gheeyndt was, ginck de H. Ghemeynte in ordinantie aen het slodt staen, En onse duerluchtiche Prince staende buyten het slodt met alle hunnen staedt, en veel ander volcks, geestelyck en werelyck, en de hertoginne, vast aen de duere des slodts staende, dede alle de Religieusen een veur een by haer comen, de welcke nedervallende custen den boort van haere cleden, dit ghedaen synde quaemse binnen int slodt met haere Staedt-Jonck-Vrouwen, en besach het nieuw werck van boven en beneden, int welck sy groote gheneugte en behaghen hadde, ghelcyk sy oock dede in de h. Ghemeynte, die alsdan 55 sterck was, seyde dat Mirakel was, dat op 7 jaren het clooster soo ghebenedyt was; soo in ghetal der Religieusen, als oock in d’uytwendighe timmeragie.

Bovenstaande info komt deels uit de website www.protestantsekerkantwerpennoord.be, deels uit het programmaboekje van het Feestconcert door Psallentes 400 jaar Annunciatenkerk,
30 augustus 2015. (fvdb)

 

Odette Peterink| Luisterogen

16454401481_40ea31f4d0_z

Het project Luisterogen zorgt ervoor dat anderstaligen op een totaal andere manier en in een andere context hun Nederlands kunnen oefenen. In het museum zoeken anderstaligen aan de hand van 10 kaarten met eenvoudige woorden en afbeeldingen iets uit de collectie dat hen aanspreekt en vertellen ze erover. Er is allicht iets te vinden.

meer | minder lezen

Het Museum Plantin-Moretus
biedt vele aanknopingspunten
Het Museum Plantin-Moretus is een historisch huis met een volledig uitgeruste drukkerij en uitgeverij en staat op de lijst van Unesco werelderfgoed. Je stapt er zo de 16e en 17e eeuw in. Je hoort de echo’s van de gesprekken van de slimme zakenman Christoffel Plantijn met wetenschappers, vrienden en klanten. Het is een woonhuis met chique ontvangstruimtes en salons, maar ook met een keuken, een binnentuin en een slaapkamer. Tegelijkertijd werd in het huis ook gewerkt. In de drukkerij kan je direct aan de slag, je kan de loden letters in de letterbakken zien, in de gieterij staat een smeltoven klaar en in de boekwinkel staan boeken op een rij, klaar om te verkopen. Informatie over hoe er toen geleefd en gewerkt werd, haalt het museum uit het uitgebreide bedrijfs- en familiearchief.

Een waaier aan educatieve activiteiten

16269902029_a75bb4d202_z

Het museum biedt een waaier aan educatieve activiteiten aan voor een breed en divers publiek. Het is een plaats waar je mensen uit het verleden kan ontmoeten, en waar je kan zien hoe een boek gemaakt wordt, van letter naar zin naar bladzijde naar boek. Het museum wil nog altijd een ontmoetingsplaats zijn waar aandacht is voor taal, boeken en letters. Daarom heeft het publieksteam van het museum een beleid uitgezet waarin veel speciale aandacht gaat naar laaggeletterdheid. We hebben geïnvesteerd in een aanbod voor ‘letter-lezers’, mensen die taal stap voor stap, letter voor letter, op zich nemen. Zo worden letterhongerige kleuters op hun wenken bediend met mooie handpoppen en kwaliteitsvol educatief materiaal, in het Cultuurvriendenproject ontmoeten jongeren uit het BSO leeftijdsgenoten uit het ASO tijdens workshops en activiteiten en maken de Boekenboefjes, kinderen die opgroeien in een huis zonder boeken, zelf hun eigen boek (een samenwerking met KRAS jeugdwerk).

Luisterogen werken samen met Oliva Moors
Een ontmoeting met Oliva Moors was de start van een langdurige samenwerking met Luisterogen, een innovatief educatief systeem dat kwaliteitsvolle leerkansen biedt aan dove en slechthorende jongeren. Onder de beschermende vleugels van het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Antwerpen en De Dagen vzw ontwikkelt Oliva kwalitatief hoogstaand lesmateriaal voor haar leerlingen. Met Luisterogen wil ze niet alleen nieuwe Nederlandse woorden aanleren, maar ook de leefwereld en de sociale vaardigheden van de doelgroep op een creatieve manier verruimen. Omdat ze haar leerlingen verschillende letters en lettertypes wilde tonen en hen met die letters wilde laten werken, kwam ze bij het museum terecht. Voor het museum was het een uitgelezen kans om op een andere manier met de collectie en het educatief aanbod aan de slag te gaan. Samen werkten we Luisterogen in het Museum Plantin-Moretus uit, een specifieke tool om actief het museum te ontdekken, zonder voorkennis en uitnodigend tot gesprek.

Stimulering van verschillende doelgroepen

15833623674_b8d99b15a8_z

Voor dit project kregen we steun van Stad Antwerpen (Onderwijs-, Cultuur- en Jeugdbeleid). Ondanks dat de vraag afkomstig was van een projectleerkracht voor dove en slechthorende jongeren, heeft het museum bij de ontwikkeling van de tool altijd rekening gehouden met de toepasbaarheid voor een veel groter publiek. Een groot deel van de Antwerpenaars heeft het Nederlands niet als moedertaal, en heeft een andere culturele achtergrond. Ook voor hen wil het museum relevant zijn en een open leeromgeving bieden. De stedelijke musea hebben een stimulerend beleid naar alle mogelijke groepen cursisten die Nederlands willen leren toe (NT2, inburgering, OKAN klassen, …). De te ontwikkelen tool moest ook door hen te gebruiken zijn.

Hoe werkt het?

16456147225_55dcb2b59e_z

Neem de kaartjes met de woorden en de kaartjes met de tekeningen. Alle kaartjes hebben nummers. De kaartjes met dezelfde nummers horen bij elkaar. Kijk goed naar het woord en de tekening. Ontdek de verschillende lettertypes. Ga dan in het museum op zoek naar een plaats of een voorwerp waarvan jij vindt dat het bij het woord hoort. Luister en kijk naar wat jij en je vrienden hebben gevonden bij de woorden. Praat er samen over. Kijk dan naar de kaartjes met de foto’s. Lees op de achterkant wat Christoffel Plantijn heeft gevonden bij de woorden. Is dat hetzelfde? Of helemaal iets anders? Veel plezier! Onder leiding van de eigen leerkracht/begeleider bezoeken groepen laaggeletterde of taalarme jongeren of volwassenen het museum.

Praktisch

16270233997_41768a18f9_zAan de balie vragen ze naar het Luisterogenpakket. Dan krijgen ze per groep een mapje met kaartjes ter grootte van een prentbriefkaart. De eerste reeks wordt gevormd door 10 kaarten met elk één woord. De woorden hebben soms een meervoudige betekenislaag, zoals bijvoorbeeld ‘ik’, ‘kunst’ of ‘lief’. Elk woord is gezet in twee verschillende lettertypes. Op de ene zijde van de kaart staat het woord in ITC Avant Garde Gotiek, een lettertype dat gebruikt wordt in boeken voor beginnende lezers. Op de andere zijde staat het zelfde woord in een ander lettertype, uit de collectie van het museum. Voor elk woord koos het museum een bijpassende letter zodat de cursisten in totaal 10 verschillende soorten lettertypes leren kennen. Daardoor ziet hetzelfde woord er soms heel anders uit. Bij elk woord hoort een tweede kaart met een symbool/afbeelding, een woordbeeld dat het woord verbeeldt. Deze beeldkaart kan versterkend en verduidelijkend werken voor diegenen die een heel beperkte taalbeheersing hebben. Zo wordt ‘lief’ uitgebeeld met een hart. De woordbeelden kregen een heel eigen, mooie vormgeving, ontworpen door Oeyen & Winters. De begeleider kiest zelf of hij de beeldkaart gebruikt of niet. Dan worden de groepsleden, alleen of in kleine groepjes, met een woordkaart het museum in gestuurd. Ze gaan zelfstandig op zoek naar een object of een ruimte die zij het beste vinden passen bij het woord. Na een bepaalde, vooraf afgesproken tijd komen de groepsleden weer samen. Dan gaan ze samen rond in het museum. Elke cursist vertelt over zijn/haar vondst. Op dat moment wordt ook de derde reeks van 10 kaarten gebruikt. Deze kaart toont een ruimte of een voorwerp uit het museum dat goed bij het woord past en tegelijkertijd het verhaal van het museum vertelt. Op de andere kant van die kaart wordt heel kort in een zeer eenvoudige taal (nooit meer dan drie zinnen, nooit meer dan drie lettergrepen, geen moeilijke woorden) een korte uitleg gegeven over het waarom van deze keuze, vertrekkend vanuit de persoon Christoffel Plantijn. Ook van deze kaart zijn er dus
10 verschillende, passend bij de 10 woorden.

Differentiatie
Naargelang de behoeften van de cursisten kan de werkwijze aangepast worden. Bij een bijna analfabete groep kies je de gemakkelijke woorden of gebruik je alleen de woordbeelden, eventueel vergezeld van echte objecten (bv. een spiegel). Als de deelnemers zich zeer onzeker voelen laat je ze allemaal in dezelfde ruimte zoeken en stuur je ze niet alleen het museum in. Bij beginnende lezers kan je ook alleen de derde kaartenset gebruiken. Dan lezen ze de tekst en kijken ze naar de foto, en geven zij tijdens de rondgang aan wanneer hun kaart ‘aan de beurt is’ en lezen ze de tekst voor. Bij hoogopgeleiden vraag je om het woord symbolisch te interpreteren, of om betekenis achter het woord te zoeken. De uiteindelijke bedoeling is altijd om met elkaar te praten in het museum over de dingen die je ziet. De begeleider is altijd gespreksleider.

Getuigenissen
In de onderstaande stukjes uit getuigenissen van enkele gidsen lees je wat er kan gebeuren tijdens zo’n gesprek. (…) Een van de Letse jonge dames had het woord “ik” en associeerde dat met de vele oude boeken en vertelde dat ze hier tot rust komt . De Italiaanse had het woord “taal” en vond het woordenboek van Raphelengius , waar we dan weer over konden praten. Een van de Afghaanse vrouwen had het woordje “land” en zag in de schilderijen in de Rubenszaal daar een goed voorbeeld van. Ze verbond dit woord ook met het schilderij van de Antwerpse Rede met veel water waaruit het leven ontstond en de rijkdom voor de mensen in de stad. De andere Letse had het woord “bloem” en vond die in het porselein in het salon. De laatste had het woord “mooi” en koos voor de meertalige bijbel. Waar bleek dat één van de Afghaanse dames een zeer overtuigde moslima is en enkel de Koran aanvaardt als woord van God. (…) Chris Cornelis, najaar 2013 (…) De mooiste momenten zijn die, als er erkenning vanuit verschillende kanten komt. In het museum is van Christoffel Plantin een gedicht bewaard gebleven met als titel Le bonheur de ce monde. Ik bespreek het gedicht en laat daarna de deelnemers zoeken naar een voorwerp of situatie die voor hen geluk betekent. Een dame had een 17de-eeuws schilderij met de aanbidding van de herders uitgekozen om haar ‘verlangen naar een kind’ te laten zien. We hebben met de hele groep een boeiend gesprek gehad over gezin en baby’s. Een man uit het Midden-Oosten merkte op dat in de streek waar hij vandaan komt baby’s ook gebakerd worden, zoals op het schilderij. Ik heb hem uitgelegd dat wij dat hier in Europa vroeger ook deden, een kind ‘busselen’, nl. zo inwikkelen met textiel dat de ledematen niet meer kunnen bewegen. Als je zo archetypisch, doorheen verschillende vormen, tot een verbinding komt, dat geeft hoop en vooruitzichten, mensen voelen zich beter begrepen. Greet Lhermitte: Voor mij persoonlijk was de blijdschap van een Ethiopisch meisje uit een OKAN klas bij het vinden van letters van haar eigen alfabet een hoogtepunt. Ze ontdekte daar ter plekke dat het museum ook een beetje van haar was. En dat was precies wat we wilden bereiken met dit Luisterogenproject.

Het Plantijnse huis blijft een ontmoetingsplaats
Na dik 400 jaar is het Plantijnse Huis nog altijd een ontmoetingsplaats, een plek waar mensen samen komen, samen praten en samen met taal bezig zijn. Daarom eindig ik dit artikel dan ook graag met een warme oproep: bezoek het museum met je leerlingen of cursisten en ontdek hoe ook jij buiten de klasmuren aan de slag kan gaan. Je kan zelf je groep begeleiden of hiervoor beroep doen op een van onze vakkundige gidsen.

Contact

16268716890_029ce5d569_z

Odette Peterink Publieksteam Museum Plantin-Moretus museum.plantin.moretus@stad.antwerpen.be
www.museumplantinmoretus.be/luisterogen
Reservatie gidsen: +32 3 338 95 30,
gidsenwerking@stad.antwerpen.be

Boris Rousseeuw | Nihil Obstat

nihilisabelle
Boris Rousseeuw, lid van de Vrienden van het Museum, heeft zopas op zijn handpers “Nihil Obstat” gedrukt, de allereerste bloemlezing uit de Vlaamse scatologische literatuur ooit gemaakt.

 

 

 

 

meer | minder lezen
Samengesteld door de Leuvense musicus Gilbert Huybens, bevat deze omvangrijke uitgave achttien liederen en gedichten uit de zeventiende en achttiende eeuw, waarvan er tien nooit eerder gedrukt zijn. De langste bijdrage, “Het Ghecroonde Aersgat”, telt maar liefst 364 verzen. Deze zorgvuldige tekstuitgave is door Huybens voorzien van een nawoord, noten en een woordverklaring, met als toegift nog een scatologische gravure uit de zeventiende eeuw. “Nihil Obstat” telt 158 blz., volledig in lood en met de hand gezet uit de Franciscan 16 punt, en met de handpers gedrukt op geschept Hahnemuhle papier, 23 cm. Het boek is verlucht met 55 originele twee- of driekleuren houtsneden van Isabelle Vandenabeele, eveneens op de handpers afgedrukt. Alle exemplaren zijn gebonden in perkament, met stofomslag en foedraal. De oplage blijft beperkt tot 50 genummerde exemplaren, en de prijs is 300 euro.
Meer informatie, afbeeldingen en bestelgegevens vindt u op

http://www.carbolineumpers.be/nihil.html